NL/Documentation/How Tos/Calc: functie OF

OF

Geeft WAAR terug als één van de argumenten als WAAR wordt beschouwd en anders ONWAAR.

Syntaxis:

OF(argument1; argument2 ...argument30)

argument1 tot en met argument30 zijn maximaal 30 argumenten, waarvan elk argument een logische waarde of resultaat mag zijn of een verwijzing naar een cel of bereik.

OF test elke waarde (als een argument, of in elke cel waarnaar verwezen wordt), en geeft WAAR terug als ten minste één daarvan WAAR is. Elk niet-nul getal wordt als WAAR beschouwd. Alle tekst-cellen in bereiken worden genegeerd.

Voorbeeld:

OF(WAAR; ONWAAR)

geeft WAAR terug.

OF(0; 5)

geeft WAAR terug, omdat 5 als WAAR wordt beschouwd.

Indien de cellen A5:B8 allemaal ONWAAR bevatten en cel C2 bevat =WAAR():

OF(1>2; A5:B8; C2)

geeft WAAR terug, omdat cel C2 WAAR is.

Zie ook:

EN, NIET

Logische functies

Functies - alfabetisch gesorteerd, Functies - gesorteerd per categorie

Problemen:

• Invoeren van =OF(WAAR; ONWAAR) in een cel geeft correct WAAR terug, maar de weergave in de Formulebalk is =OF(1; 0). Zie Issue 84266.